176 1722 3 Juny ons salveerde van die periculendie waerschynlyke gevolgen syn, soo wy de stevens onser Scheepen derwaeris souden rigten. Want om Nova Zelandia te beseylen syn twee wegenwaervan de eene is dat men soude moeten trachten soo veel Zuyd te win- hen als noodig sy om met sekerheyd vast te stellen dat wy het selve (syne breete bekomen hebbende) met eene Weste cours in 't gesigt souden krygen; maer 't ^ene hier omtrent te dugten staet is seer aenmerkelykte wetendat men op de pol us hoogte van Nova Zelandiaja vry noordelykerde varia- bile of veranderlyke winden onderworpen is, en ge- volgelyk, soo deselve lang uyt een nadeelig oord waayden souden wy ons selven te samen in een on- vermydelyk bederf neerstortendoor 't gebrek van wa fer: wat nu de andere weg betreft, die is in alles gelykformig met de eerste ten opsigte van het ge vaar verschillende alleen hierindat men ter contra rie goo verre Westwaerts soude moeten loopen, dat wy insgelyks ons konden versekeren dat Nova Ze landia met een Ooste cours te beseylen was, mits ondersteld word van desselfs breete bereykt te heb ben doch de veranderlyke winden ons tegen syndé soude onse totale ruine en ondergank veroorsaekt worden door het selve gebrek van water. Vorders wanneer nu al gepresupponeerd mogt wor den dat wy Nova Zelandia kwamen te ontdekken soo hebben wy de minste sekerheyd niet, dat aldaer een bekwame anker-plaats gevonden sal wordenaen- gesien by alle de Eylanden die wy gepasseerd syn op den afstand van een kabels lenkte en minder van het 1722. 3 Juny, 177 het strand, geen grond te bewerpen is; gevolgelyk met het uyterste gevaer vermengd, indien wy de Scheepen af en aen den wal houdenEyndelyk als de booten uyt varen om water te soekenen 't selve gevonden heb ben soo sal men moeten afwagten of de Indianen het wegvoeren van dien sullen toestaendan niet en in cas van vyandelyke attaquessoo is onse man schap in groot periculom dat men van de Scheepen geen hulp kan toebrengen. Wyders staet nog te con- sidereren dat schoon wyten hoogsten tot genoegen van water Onse provisie hadden bekomenechter het selve niet satisfactoir is om de reys naer Caap Hoorn voort te setten, aengesien onse sieken ten minsten veertien dagen aen land behoorden te wesenmet het genot van goede ververschingzoo voor die geene jprincipalyk die in de kooy siek leggen als voor de anderedieniettegenstaende sy nog boven op het dek komen, aen het scheurbuyk sterk laboreren en welkers getal van dag tot dag vermeerdertsoo dat volgens de opgave van den Chirurgyn naaulyks der tig koppen gants suyver en onbesmet syn. Derhalven concludeere ik, dat de naer huys reyse bewesten Caap Hoorn omvoor ons onmooglyk is wegens de onse- kerheyd van het noodige te erlangenen by gevolg dat wy genootsaekt syn onse route over Oost-Indien te moeten nemenalsoo langs dien weg eene groote me nigte van Eylanden gevonden wordtalwaer van ver versching iets te bekomen isgelyk de Dag-Registers van andere behelsen. Wat nu belangt dat wy tegens Haar Hoog Mogende souden peccerenindien men de behoudenis van Scheepen en onse levens 12. he-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 110