182 1722. 3 Junij, Eyndelyk het minste verschil van deselve routes is, dat Capitain Schouten geweest is op 14 graden 33 minutenhetwelk van den anderen gesubstraheerd syndevindt men 33 minuten of 8 raylen verschil. Om nu het geavanceerde tot soodanigen applicatie te mae- kendat de objicieerder sich selven comdemneere soo staet alleen behoorlyk te verdeelen alle landschap pen het sy vaste kusten of Eylandenof in laege of middelbare, of hooge, of in den hoogsten trap uytnemende hoog. Wat dan de laege landen be treft, deselve konnen gesien worden (mits onder stellende een suyveren hemel en dat de kimmen niet beneveld maer helder en klaer syn) op den afstand van 5 a 6 mylende middelbare op 9 h 10 mylen dè hooge op 15 16 mylen en die van den hoog sten trapuytnemende hoog, op 20 k 25 ja veel meer der mylen. Wyders moet aengemerkt worden, dat de lage en middelbare hooge landen niet konnen voort brengen fijne metalenomdat die nergens gevonden wordendan in hoog bergachtig landoversulks syn dese twee sorteeringen het voorwerp niet van onse expeditie en betrachting: derhal ven volgt, dat wy soodanig hoog land moeten hebben om ons oogmerk te bereyken, hetwelk op eene verheyd van 15 a 16 mylen sigtbaer is. Wanneer wy dan vervolgens het meeste verschil van beyde de gemelde routes exami neren synde eene distantie van 34 mylenwelke Capitain Schouten Noordwaerds van ons is geweest, alsdan moet verder ondersteld worden, dat gedachte Capitain van syne standplaetse naer het Zuyden sien- de15 a 16 mylen sigts bereykt heeften dat hy (in eas 1722. 3 Junxf. 183 cas aldaer eenig hoog land gelegen hadde) het selve soude hebben konnen beoogen; insgelyks ook wy (die in het Zuyden van hem Capitain Schouten ons bevonden) de verheyd van 15 k 16 mylen met ons ge- sigt Noordwaerts afmetendekomen beyde de gesigts- eyndersvan Capitain Schouten en van ons soo digt en naby den anderen, dat tusschen deselve geen groo- ter ruymte sy, als van 2 of van 4 mylen: welke tusschenruymte vervallen en verdwynen sal, indien men aen het hooge land ('t welk ondersteld moet wor den te exsteren) eenige breete (wanneer desselfs lenk- te Oost en West mogte strekken) om het1 Zuyden of om het Noorden van 4, 6 kS mylen aftribueert en toe voegt, waertegens de voorschreve gesigt-eynders stuy- tende (min of meer naer proportie van de uytgebreyde breete des lands) men onvermydelyk dat selve hooge land"soude hebben ontdekt, en welke ontdekking als waerachtigsich aen 't verstand vertoontwanneer het middelste verschilsynde de afgelegendheyd van 25 mylen, die tusschen onsfe en Capitain Schouten» route is geweest, naer behooren overwogen wordt-, want ingeval het grootste verschil meetkundig betoogd is soo is 't een wettig gevolgdat het middelste ver schil van 25 mylen mog kragtiger concludeert. Eyn- delyk wat aengaet het minste different van 8 mylen dat selve heeft geen andere adstructie van noode dan de bloote voorstellingals synde uyt en door sich sel- vfen gedemonstreerd. Derhalvenom van het gesuppe- df teerde nu een besluyt te maken, soo segge: dat 't sy wy de route van 13 graden 5 minutenvolgens de Zeekaart van Joannes van Keulen bevaren had-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 113