C 8 en 111 gr. West van ParijsB e e c h e y op 27 gr 6 m. 28 s. Zuiderbreedte en 111 gr. 32 m. 42 s. lengte West van Parijs Als men de door Cook en Beechey bepaalde lengten herleidt tot- eh Oost van de Piek van Tenerife dan vindt men voor de eerste 266 gr. 52 m. 15 s.en voor de laatste 267 gr. 26 m. 17 s., dus met een verschil van 34 minutenhetwelkbehalve door mogelijke kleine feilen, in waarneming en berekeninggedeeltelijk daar uit ontstaat, dat de Noordwestelijke punt van het Eiland, wel ker lengte eigenlijk door Beechey bepaald is Ooste lijker ligtdan de baai waar Cook zich bevond. Men zie de afbeelding van het Eiland in het V. Deel van Cooks reizen. Dat nu Roggeveen met zijne Schepen ook nabij de Noordwestelijke punt van het Eiland geankerd lag blijkt daar uit, dat op den 11 April 1722, met een Noord Noord-Westen en Noord-Westen wind twee der Schepen van hunne ankers wierden geslagen en groot gevaar liepen van op lager wal te stranden. Hier bepaalde hij de breed te op 27 gr. 4 m., dus slechts 2 m. 28 s. kleiner dan de boven opgegevene van Beechey. De gegiste lengte geeft hij 265 gr. 42 m.dus maar 1 gr. 44 m. te Westelijk. In de daad eene naauwkeurigheid waar over men zich ver wonderen moet, in aanmerking nemende met welke werk tuigen men zich te dier tijdzoo veel het bepalen der breedte betreftbehielpte weteneen Graadstok of een Graadboogwaar van men de beschrijving in oudere leer- boe- Aid, pag. 358. C 9 boeken vinden kan en welkezelfs in de geoefendste han den geene zoo groote naauwkeurigheid konden gevenals men thans heeftdoor de sedert uitgevondene en tot eenen zoo hoogen trap van volkomenheid gebragte Spiegel-Octan- ten en Sextanten. Ten aanzien van het regtstreeks bepalen der lengte op zee ('t geen destijds nog een op te lossen vraagstuk was) had men geene hulpmiddelen als thansgeene kostbare Chronometersgeene Zeemans Almanakken om door de schijnbare afstanden der Maan van de Zon en van sommi ge Sterren het voorstel op te lossengelijk nu met eene bewonderenswaardige juistheid kan geschieden. Ook geeft het Dagregister des Commandeurs slechts de gegiste leng ten waar door men zal moeten verstaan diewelke men bekwam door de berekening der koppel-koersen en verhe den welker meer of mindere naauwkeurigheid wederom af hing zoo van de mindere of meerdere Oostelijke of Wes telijke afleiding door de stroomen, als van het gedurig verschuiven der Kompas-naaldennaar mate der waarne ming van de plaatselijke miswijzingen. Men behielp zich ook welzonder rekenenmet eenvoudige afpassing op de kaarten. Kwam men aan een of ander punt op het vas te Landof aan een Eilandwelks ligging op eene kaart gevonden werdzoo moest men het bestek verbeteren ei op nieuw van een zoodanig punt uitgaaneene fout dus van slechts 1 gr, 44 m. in de lengte is hier wel als zeer onbe duidend en zelfs een misslag van drie en vier graden als zeer verschoonlijk aan te merken. Men ziet hieruit welk eenen grief het ellendige Reisver haal

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 129