46 1721. 22 December en Jan Bos, Onderstuurman op de vooraz. Galey. Maandag den 22 December 1721. Den President dese vergadering geconvoceert heb bende om het advys en 't oordeel van de Capitainen en stuurluyden te hooren eft intewinnennopende de gehoude conduites van Capitain Cornelis BoümAn, voerende het Schip Thl en hove n9 ten respecte vaii de zeynen by den Commandeur gedaen op den 16. en 17 deser maent, als wanneer den gemelte Capitain Bouman uyt ons geselschap is komen te verwyderen en af te raeken om dat te mogen verstaen of imand der leden van dese vergadering magtig is (volgens zee manschap) reden te konnen gevendat hy Capitain Bouman by toeval en ongeluk van ons is afgedwaelt, en niet by een onverschoonelyke onkunde of geprerai- diteerde voornemen en quaetwilligheyd van dese Ex peditie en kruystogt te helpen uytvoerensoo wert ten dien eynde, (aengesien dese stoffe teer en van een groot belang isals waervan de eer en goede naem van iemant is dependeerende) een igelyk lid op het serieuste gerecommandeert alles wat ter materie diens tig is ('t sy tot beswaring of decharge en onschult van gemelte Capitain Bouman) te avanceeren. Der- halven om van het gepasseerde regtmatig te konnen oordeelenso sal het nootsakelyk syn dat allé de om standigheden onderscheydentlyk werden vertoont en voorgedragen: 't is dan sulx dat op den 16. jongstle den de lugt ontrent de middag met een dicken nevel of mist bedeckt wordendeons het gesigt van de andere Schee- 1721. 22 December. 47 Scheepen daer door ontrocken en benomen isweshal- ven by den Commandeur met advijsen van den Capitain Jan Coster, goedgevonden is een Canon-schoot te doenop dat de mede seylen'de Scheepen in staat sou den konnen wesen van 't oordeelen over des Comman deurs nabyheyt of verafgelegentheyt tot hunne narigt synde een zeyn onder Zeeluyden ordinaris gebruykelyk in kas van mist of doncker wederom de in compag nie varende Scheepen by een te houdengetyk sulx ook in onsen zeyn-brief staat gementioneert en uyfge- dnikt. Dog de Capitainen Bouman en Rosendaaï,, hebben niet goet gevonden onsen gedanen zeyn met een wederomschoot te beantwoordennae verloop van een glas ten tweedemael een schoot doendeis desel- ve van gelijken by beyden de gemelte Capitainen on- beantwoort geblevenwaer over den Commandeur sig ten hoogsten heeft moeten verwonderenwant den Commandeur op den 14deser zeyn doende, waerdoor hy den Capitain van het Schip Thienhoven, en de Africaansche Galetconvoceerde ter raedpleging met deselve, soo heeft hy Commandeur als President (beyde de Capitainen in rade sessie geno men hebbende) geproponeert en in serieuse bedenking gegeven dat een ygelyk der hoofden van de eerste rang deser Expeditie ten hoogsten verpligt was om aan de intentie van de Vergadering van Thienenhunne prin cipalen, behoorlijke genoegdoening te geven in't betrag ten van hare yver en eeden dat dese betragting on der andere tot een wesentlyke doel haddat de Schee pen deser expeditie by den anderen bleven, en dat vervolgens liet nootsaeklyk was om de zeyncn't sy schoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 44