06 1722. 26 Maart. West-Noord-West9 Noord, de wind tusschen het Oost-Zuyd-Oosten het Oost-Noord-Oosten met een styve en ook slappe bramseyls koelteseer goed fris weder en slegt effen water. 26. Gisten te syn op de hoogte van 26 graden 42 minuten bezuyden den JEquinoctiaelen op de lenkte van 280 graden 55 minutende cours was Noord-West 28§ mylde wind Oost ten ZuydenZuyd-Qost ten Oosten en Oost, bramseyls koeltemet een betooge lugt en een effene Zee, son der eenige deining; hebben in 't begin van de voormiddag-wagt zeyn gedaen om regt west te stuuren, als wy vast stelden binnen de 27 graden Zuyder breete te syn, 'twelk van d'andere Schepen gesien wesendenaegevolgt is geworden. 27. Was de bevonden breete 26 graden 44 minu ten zuyden de gegiste lenkte 278 graden 50 minu ten, de cours west, de wind tusschen Zuyd-Oost ten Oosten en Oost-Noord-Oostinet een frisse bramseyls koelte, somtyds een regenbuytje, echter seer goed weder. 28. Bevonden ons op de Zuyder polus hoogte van 26 graden 45 minutenen op de gegiste lenkte van 276 graden 40 minuten, de cours was West, de wind Oost en Oost Zuyd-Oostmet een marseyls en bram seyls koelte: schoon aangenaem weder, en somtyts een woynig regen. 29. Hadden de bevonden Zuyder breete van 26 gra den 41 minutenen de gegiste lenkte van 274 graden 7 mi- 1722. 30 Maart, 97 7 minuten, de cours was West, de wind Oost en Oost-Zuyd-Oostbramseyls en marseyls koelte, met goed helder en fris weder; sagen een schaervo- gel en seer veel meeuwen. Ingevolge eene avond-pey- i;ng hadden de Noord-Ooster mis wy sing van 2 graden 51 minuten. 30. Waren op de bevonde breete van 26 gra den 42 minutenen op de gegiste lenkte van 271 gra den 47 minutende cours was Westde wind tus- echen het Zuyd-Oost ten Oosten en het Oostmet een bramseyls koelteseer goed weder. 31. Syn wy te raede geworden wat Zuydelyker te boegen, en bevonden ons met Noorder Zon op de hoogte van 26 graden 53 minuten besuyden den Eve- nagter en op de gegiste lenkte van 269 graden 37 mi nuten de cours was West Zuydde wind van 't Oosten tot het Zuyd-Oosten ten Oostenbramseyls en slapper koelte met aengenaera weder. Sagen een "pylstaert, ook vele kleyne en groote meeuwendoch alsoo die vogels overal seer diep in zee worden ge vonden is hetselve juist geen voorteyken van de na- bybeyd des lands't geene wy met verlangen te ge- moet sien aangesien wy nu ontrent soo verre West- waerts geavanceerd synals desselfs afstand van de vaste kust van Chili in de Zee-Kaarten geplaatst word echter soodanigdat deselve vyf a ses graden in de longitude van den anderen differeren. April 1. Bevonden ons des middags op de Zuyder po- lus

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 69