122 1722. 10 April. Jan Koster, Corne,.,8 Boüman, KoEr„. «OSENBAAL." - P Dese resolutie dus voltrokken en geteykend synd. beeft Capitain Jan Koster, diseoorswyse s vancecrd, dat heel faciei en gemakkelyk te onder soeken sonde wezenóf het boven gementioneerde" Paasch Eylanddat land waerlyk is, 't welk w beoogen, en dacr wy onse cours naer gedirigeerd heb ben indien wy maer een kleyne Kruystogt onderna men van 12 mylen Oostwacrds te seylenen dat de Scheepen twee myleh van den anderen afgesonderd synde, alsdan sekerlyk soude komen te consteeren ingeval wy een laeg en zandig Eyland ontdekten dat na waerheid het voorsz. Paasck Eyland, dat land is, hetgeene wy betracht hebben te ontdekken: En »n cas wy geen gesigt van het gemelde Zandig Ey- and kregen, dat dan ook het voornoemde Paascli Eyland noodwendig een ander land, is (schoon het zelve in onse vaerweg legt) als waertoe onse Expe ditie is gerigt. Voorts dat men, het Zandig Eyland ontdekkende, de cours Noordelyker soude konnen stellenom de passaet-wind vaster en sterker te krygen, tot bevordering van onse tweede onderneming ca Kruystogt; dewyle de eerste door de ontutoetiuge van t voorsehreve Zandige Eyland soude komeu te cesseren en op te houden. Alle hetwejke overwogen synde, ts het selve met gemeen advys goedgevonden en vastgesteld. Aldus geresolveerd en geconcludeerd in 't Seh.p en ten dage van de bovcnstaende Resolutie. (Was ge- tey- Paasch Eiland 123 teykent:) Jacob Roggeveen, Jan Koster, Cornelis Boüman, Roelof Rosenbaal. 11. Was de wind dien dag Noord-Noord-West en Noord-West, met een marseyls koelte en hooge zee 5 setten het plegt-anker afen strecken de groote en fokkc-rheeden om 1 neg. Omtrent het vierde glas van de eerste wagt brak het dagelyksch touw van 't Schip Th IE at h o V e n en toegeroepen synde of hy hulp van nooden hadde, antwoordde neen. 12. Brak, met het aenkomen van den dag het dagelyksch touw van de Af ri c aax sc h e Gal ey door welk ongeluk beyde die Scheepen soo na aen de wal waeren genaederd eer sy voor een ander anker vast lagendatindien sy doorgedregtof het touw andermael gebrooken haddenoodsaekelyk schipbreuk souden geleden hebbenwant tyd mankerende om de seylen by de wind te rukken soo sou het Schip of Scheepen door de wind en de aenrolling der Zee te gen de klippen hunne totale ondergank gevonden hebben. Dit gevaer van de andere Scheepen was de oorsaek dat wy besloten om een spring op ons touw te stekende seylen by te scttcn om slagvaerdig te vallendan te kappen en dus het schip van laeger wal en ons sclven tragten te salverenten welken eynde wy onse gestreeke rheeden weder om hoog bettenopdat men vaerdig ter uytvoéring soude syn wanneer de nood sulks vereyschtedoch de wind van het Noord-Westen met een regenbuy West loo- pendebevrydde ons van dit extreme middel. Wy ligten derhalve gesamentlyk onse ankers en gingen on-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 82