152 1722. 24 Mei. Voorts segt den Oppertimmerman van de Galey e» liog twee a drie andere van het volk, dat die „ytsin- nige wegloopers hen aengesogt hebben om insgely^ aldaer te blyven: welke Resolutie des te onbegrype- lyker is alsoo haer niet onbekend kan syn, dat die plaats van aüe scheepvaert ontbloot syndehet onmoge- lyk is om te eeniger tyd (wanneer sy sullen resipiereo) weder in hun Vaderland te konnen keeren. Ook is haer kenlyk dat het Eyland bewoond wordten doop dronkenschap of dartele wellust gedreven wordende, om met de vrouwen der Indianen vleeschelyke gemeenschap te hebbensullen sy sekerlyk vermoord worden. 24. Sonden wy onse chaloup naer de wal, om te slen of men eenige groente konde bekomen; alsoo Capitain Ro send aal en 't volk deselve op het Eyland uytnemend goed gevonden en gegeten had den, doch de chaloup (door de swaere storting van de Zee; niet kennende landen (dewyl de wind Zuyden en Zuyd-Zuyd-West was) kwam vrugteloos te Eiland Dageraad. 153 25, Wierd in 't begin met het doorbreken van den dagregt vooruy t wederom land gesien synde in 8- gelyks seer vlak» en laegvan binnen vol zout water en van buyten alleenig met een soom of dyk van wit te scherpe Coraal-steen als alle de anderenoemden het selfde Eyland den Dageraadom dat het inct desselfs aankomst ontdekt is door het Schip Thiejvii OVEJY dat omtrent myl daervan af was wanneer gesien ia geworden: sulks men ligt kan begrypen, dat soo een vaerweg te houden ten uytersten gevaerlyk, ja doo- delyk moet geacht worden. En het schynt ons toe by- na onmogelyk te wesen dat het Journaal of Dagre gister der Reystogt van Capitain Schoutenvan alle- dese Eylanden geen mentie maektalsoo syne route en onse parallel iswant de tekst van het gemelde Journaal bevat de Zuyder breete van 15 graden 12 minuten, wanneer hy het Honden Eyland ontdekte, 't geene met onse polus hoogte bezuyden de Equinoc tiaal gelykformig staet. Voorts seylt Capitain Schou ten langs de Zuydkant van dat Eylanden wy (omdat Schouten aldaer geen grond of bekwaem middel vond van aen land te komen) seylden langs de Noordsyde" van het selveom te sien of aldaer een baaytje of vlakke Zeemond wasom te konnen landenpeylen- de het gemeld^ Eyland ontrent het 8ste glas vau de namiddag-vvagt Zuyd-Zuyd-Qost 2§ myl van ons stel lende in het vervolg onse coursvan die peyling af regt West, gelyk het voorschrift van onse route (die naer de route van Capitain Schouten gereguleerd is)- behelst; soo dat dit verschil geen de minste aendacht meriteertechter schynt het een gevolg te wesen 10* dat riiir. o "7 l ren «aren opgeztaen„„teling twist hadden gekregen, en met mes sen gevochtenion dat eenige gekwetst «ierden: eg hadden zich voorts verborgen om hunne straf te ontwijken, temeer daarCapitein .0""*"'/ad gedreigd hen te uilen doen ophangen, eoo dra ij aan het Admiraalsschip zouden gekomen zijn. Men zonAB nu,, met «n ander detachement om hen gevangen te nemen, doch zij hadden zich achter het kreupelhout verborgen en vuurden op het detachementzoo dat het niet aan land durfde gaan. Alle verde re cverredings-middelen «aren vruchteloos, men moest ze dus laten daar zij «aren." Sist. de l'Bxped. T. i pap. ,46. ,4,. I

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 97