(6) zamelen of althanszoo daartoe geene mogelijkheid bestondom eene volledige beschrijving van dezelve te bewarennu zijn die Penningen verspreid gewor denen voor het grootste aantal derzelve zoo niet voor allen, is de geheugenis van de plaats verloren gegaan, waar zij eeuwen lang waren bedolven. Liefhebbers der oudheid en Penningkunde schijnen echter verzamelingen van de Domburgsche Munten te hebben aangelegdhetzij van diewelke in de eerste tijden zijn gevondenhetzij van andere welke in vol gende jaren zijn te voorschijn gekomen zoo moet in het handschrift van den Heer Cannegieter, in het hoofdstuk door hem aan de Munten van Domburg ge wijd, gesproken worden van soortgelijke Penningen welke bij den Heer Burgemeester van Cittersen big den Heer Arkebout, ten jare 1741voorhan den warenwaaronder er eene moet zijn voorgeko men waarop d e naam van Scarpona werd gelezen wel denkelijk tot de Merovingische Munten behooren- de(c) doch ook deze verzamelingen zynvoor zoo veel mij bekend isverloren gegaan. De Heer Cannegieter zelf bezat eenige gou den Munten van denzelfden oorsprongop welke hij blykens zijnen zeer belangrijken brief van den 27 De- 7 December 1741(tot het Archief van Domburg be- hoorende) zeer veel prijs stelde. In de bij dit Genootschap bekroonde verhandeling over de eerste bewoners van Zeelandvan den Heer van Cruisselbergen, vindt mendat weinige ja ren vóór 1770 een goed aantal dezer Penningen te Amsterdam is verkocht geworden» Gelukkigdat bij het gemis dezer collectienlate re ontdekkingen en het behoud van vele der toen ge vondene Munten dit verlies eenigermate vergoed heb ben, ofschoon men niet kan beoordeelen hoeveel be langrijks geheel is verloren gegaan. Volgens aanteekening van wijlen Mr. Karei Koenraad Reitz, werd in 1778 gevonden een zilveren Penning van Keizer Hadrianushouden de op de tegenzijde Felicitas Augustien eene gou den Muntwelke door den schrijver eerst voor eene Grafelijke van Florens is gehouden doch te welken aanzien kg later van gevoelen schijnt veranderd te zijn. Den 30 July 1778 werd een gouden Penning van Keizer Jusèiniaqius ontdekt, nagenoeg overeenkomende met dien bij Ludewig in Vita Justinianipag. 693. No. 60wegende 2| engelsen zijnde omtrent f O aan fijn goud waardigboven aan denzelven was (zoa 't schijnt lang na de stempeling) een haakje of ringetje van (c) Scarponavroeger Serpona Leucorumthans Charpagne, is een gehucht op een Eiland in den Moesel, niet ver van Dieu- louart. (Mémoires de Ia Société Royale des Antiquaires de France, T. II. bl, 55, en Nedcrl. Penning-Mag. \836, bl. 171.) Cd) In zgne Adversaria m. s. berustende onder Mr, J. 'J. B e r- denis van Berlekom,te Middelburg,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 7