22
VOOMBERIGT.
Eiland Walcheren, en St. loos land iii het wild was
sende zigtbaar hloeijende Planten met opgave der
plaats waar dezelve gevonden wordejien met ver
wijzing naar ééa of meer werken, waarin zjj goed
afgebeeld of breeder beschreven zijn.
Ten opzigte van. zoodanige gewassen Welke of niet
algemeen bekend, of in Walcheren zeldzaam zijn, of
slechts op enkele plaatsen gevonden wordenverlangt
het Genootschap niet alleen eene meer naauwkeurige
aanwijzing der plaats waar zij aangetroffen zijn maar
ook een exemplaar als voor een Herbarium vivum
gebruikelijk is.
Op $e XCIXste Vraag is een antwoord ingekomen
onder de spreuk.: De Zeeuwen hebben het juk der
dwinglandij helpen verbreken enz.
Op de Clïde vraag zijn twee antwoorden ingekomen
onder de spreuken Hier kwam, zoeken en oplettendheid
te pasen.: In magnis noluisse sat est.
Op welke drie stukken in de eerstvolgende Alge-
raeene Vergadering mede uitspraak zal plaats Irebben.
Ten aanzien der Stukken welke in dit eerste Deel
zijn opgenomenheeft het Genootschap niets te voegen
bij het geen in de onderscheidene Voorberigten gezegd
is. Alléén met betrekking tot de-Reis-van Roggeveen^
ziet het zich in staat gesteld nog het volgénde mede
te deel en.
In, het levens,berigt van ^ezenj Man blad?:. XXIII en
XXIV
VOORBERIGT.
23
XXIV is, bij mangel van'afdoende bewijzen, in het
onzekere gelatenwelk eenen uitslag de zaak van het
in beslag nemen der Schepen den Arend en Tiet/ho
ven te Batariagehad -hebbe. Reeds was het ge-
heele Stuk afgedrukt en waren vele exemplaren ver
zonden toen de welwillendheid van Zijne Excellentie
den Minister Tan Koloniën aan den Heer Pous, op
dezes aanvraagdeed toekomen Extracten uit het Re
gister der Resolutien van de Kamer Amsterdam en
de Kamer van XVIIvan het jaar 1723waaruit nu
bleekdat deze zaakjuist zoo als bladz. XXIV des
aangaande vermoed werd bij transactie tusschen daar
toe geautoriseerde Gecommitteerden der Oost-Indische
en der West-Indische Compagnie is geëindigdzooda
nigdat door de Oost-Indische aan de West-Indische
Compagnie zouden worden betaald honderd en twin-
tig duizend guldenseens gevens gelden dpt aan
het varend volk, 't welk voormaals op de Schepen
den Arend en Tienhoven bescheiden was geweest en
naderhand op de repatrieerende Schépen van de I.
Compagnie was overgezet, en 'ichéépsdienst op dezel-
ve gedaan hadden insgelijks zouden worden voldaan
de gagie en maandgelden sedert dérzeïver vertrek
van Batavia tot in de havens dezer landen naar rato
van die twee maanden gagie dijje aan de zoodanigen
op Batavia tot haar uitrusting voor de reis naar het
»j Vaderland verstrekt zijn geworden."
Het blijkt voorts uit de gezegde stukkendat Heeren
bewindhebbers der O. I. Compagnie, tot deze schik
king zijn gekomen t voornamelijk uit vrees van wejier
in
.07 - it, JfoLL Ui