81
22. a, b, c. PI. XII. Het monument is bovcn
en onder zoo geschondendat van het opschrift
zeer weinig is overgebleven.
De voorzijde beeft den outaarleinpel met dubbel
de kolommen en in dezen de Godin, gezeten op
eene bank of troon met eene schaal vruchten op
den schoot.
De zijkanten hebben cornua copiae.
Afbeeldingen er van vindt men bij Smaelegange
n°. 13, Danckerts PI. 8, van Pioyen bl.10, ciiCannegie-
ter. Het isop deze plaat van Danckerts ,da t ScnurLEN-
burgd het wiel enz. beeft als een afzonderlijkfragment.
23. a, b, c. PI. XIII. De steen heeft aan de
voorzijde een' oulaartempelwaarin de Godin gezeten
is in eene houding als of zij iels met beide handen
vasthield. Aan weerszijden staan volle ool'tmanden.
Op de zijkanten vindt men cornua copiae.
Al het beeldwerk is iutusschen sterk geschonden.
Het opschrift is
deae neualensiae 31. hitariniu(f) primus ex vot(o)
susGepto htubens) Ji(eri7o).
De steen is afgebeeld bij Sviallegange onder n°. 17
Danckerts PI. 9 en Cannegikter.
24. a, b, c. PL XIII. Op de voorzijde van de
zen sleen ziet men een' outaarleinpel met gecannel-
leerde pilasters, waarin de Godin gezeten is opeen'
troon zonder leuning. De regterhand rust op de
knie; met dc linker houdt zij een groot rond voorwerp.
Op de zijkanten vindt men links eene wijngaard-
6