83
De zijkanten hebben lofwerk.
Ilel opschrift is
deae nehalenniae januarinhjs ambacth1us pro se
et suis. v(otum) Reddidith(ubens') m{erito).
De steen wordt vermeld door Blankaart p. 668
Smallegange bl. 674, Garcon II. bl. 321, Kf.vs-
ler p. 249, van Wijn Hist. Ao. I., bl. 34, Pou-
gens p. 6 en andd. komtafgebeeld door van
Dam, voor bij van Loon I. bl. 293; en is ook onder
de platen van Cannegieter.
27. abc. PI. XV. Dit monument, dat
thans te Leyden bewaard wordt, heeft aan de voor
zijde den outaartempelwaarin de Godin gezeten is
met den bond regts en den vruchtenkorf links.
Op de zijkanten vindt men lofwerkwaaraan nog
sporen zijn van beschildering.
Het opschrift is
deae neiialenniae amhaciüs nucdionis l(llbens) m(erito).
liet monument is te Leyden gekomen uit bet le
gaat van G. Papeneroek en wordt vermeld door
van Lijnden van Blitterswijk bl. 32Pougens p. 6
en L. J. I'. Janssen Muse'i Lugd. Bat. inscr. G. et
Lat., p. 87, Tab. XIII. (Lugd. 1842); doch was
nog nergens afgebeeld.
28. a, b, c. PI. XV. Dit monument dat thans
te Brussel is, is een van de kleinste.
Deszelfs bijzondere geschiedenis verdient echter eenige ver
melding. Ka eeuwenlange bedekking onder zee en duinzand, weder