87 grond en dit monument hetzelfde met S.viallegan— ge's n°. 15, dan zijn de thans onzigtbare zijkanten ook met cornua copiac versierd. 32. PI. XI. Een van boven naar beneden ge scheurd doch merkwaardig onderstuk van eenen blijkbaar zeer grooten voliefsteen waarop een nog goed leesbaar en belangrijk opschrift wordt gevon den. Het luidt deae hehalehniae ob merges recte conservatas m. secun da [nils) silvaku8 negotiator cretarius britak- kicianus v. s. l. ii. Afbeeldingen van het monument vindt men bij smal- legange n°. 21 Cannegieter en Speleveldt Brieoen over Walch. PL IV. no. 2.-Gallé c. 36 Lydius en Scha yes II. 268, hebben het opschrift geradbraakt. 33. a, b, c. PI. XVII. Een altaar zonder beeldwerk aan de voor- en achterzijde; doch aan de zijkanten versierd met cornua copiae, en op eene in het oogvallende manier overeenkomende met de ten jare 1812, op den Tichlelt-akker bij Zundert in Noordbraband gevonden steen die thans in het Museum van Oudheden te Leyden wordt be waard en ten opschrift heeftdeae sandraudigae cültores tehpli Het opschrift is deae nehalesntae su.marokiil(«j) primarius v. s. i.. ii. 1j Men zie over dezen de trerh. van het Kon. Instilbe Bast, Ree.; Hermans, G. en Letterkund. Mcngelw. II. 3°st. en Janssen In- script. Gr. et Lat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 107