88
Tusschen de beide eerste regels staat i c d v si i
met kleiner letters die, of door latere band zijn in-
gebeiteld, of den naam dessteenbouwers aanduiden.
Kegel 3 is mogelijk te lezen svmariomm(mj) en te
verbeteren svmarioniv(a).
34. PI. XVIII. Een altaar met ooft of vruch
ten, doch zonder verder beeldwerk. Het wordt
thans bewaard te Leiden in het Museum van Oud
heden en is daar herkomstig uit het legaat van
Papenbroek. Vg. Oudendorpii brevis descr., p. 1112
van Landen van Blittersvvijk bl. 32 Pougens p. 6
en L. J. F. Janssen .p. 90, Tab. XIII, Ook onder
de platen van Cannegieteb vindt men ereene afbeel
ding van doch door de schuld van den leekenaar,
met een zoo bedorvene lezing dat men op deze bou
wende het gedenkstuk bijna voor onecht zou houden.
De inscriptie is
deae nedaleniae t(iti) tt(avi) fortunati
prim1tius v. s. l. m.
35. PI. XI. Het bovengedeelte van het voor
stuk eens altaars te Domburg, ook voorkomen
de op de platen van Cannegieter, alleen merkwaar
dig om de naamspellirig deae nehalabn alleenlijk
voorkomende op n°. 21 en 31. Het fragment staat
uit hoofde der afmetingen waarschijnlijk in verband
met 37 (of PI. XVIII).
36. PI. XVIII. Een kleine votiefsteenzonder
beeldwerk, thans bewaard in het Kabinet van het