95 latus of modius op het hoofd beschouwd kan worden als een kenmerk van de laatste helft der 3e. 3. Een fraaije koperen sleutel, gevonden in 1812, bewaard in 's Geuootschaps Rabiuet, en af gebeeld bij Macaré Pi. IV n°. 1. 4. Een veerkrachtig koperen werktuig, aid. n». 3. 5. Onderscheidene haken, gespen, knoopen, naalden en ornamenten, afgebeeld hij denzelfden van n°. 41G. C. Gebakken Aardewerk. 1. Vazen van terra sigillataop welke was af gebeeld een hert, door honden gejaagd. Vredius schrijft, dal hij er een zag bij Petrus Clinck. te Domburg. Shallegarge geeft er eene afbeelding van op n°. 24. Dergelijke zijn gevonden in West- vlaanderen bij Bredene en Clemskerke. Vg. de Bast, Reeueil, p. 300 en PI. X fig. 1,5, XI fig. 1. Zij zijn verloren. 2. Een aantal scherven ditoook twee zoodanige De beschrijving van den Gallisch.cn schutgeest hebben wij.aan A am. Marcellen us te danken, die Lib, XXV, cap. 2, van Julianus zegt: vidit squalidius, ut confessus est proximisspeet em illam Genii publiciquant cum ad Augustum surgeret culmen conspcxit in Galliis vclaio capitc cum cornu copid per aulaea tristius dia- ccdenlem." Anders droeg de genius den hoorn in den linkerarm.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 115