99 evenwel niets dat deze overlevering bevestigt of dit vermoeden wettigt; want er zijn er nog al ecnigo afgevoerd, zelfs geheel geslecht, maar noch wape nen noch urnennoch mcnschenbeeuderen in eencn enkelen gevonden. Smallegakge was getuige van het slechten van eenen te Brigdamme, en ver klaart ditzelfde Hij geeft evenwel niet op wat men anders vond; en diL is over het geheel alom verzuimd geworden. Het weinige hetgeen er van Ier mijner kennis gekomen is verdient echter me- dedeeling en opmerking. Bij het weggraven van een berg ten O. van Brij- dorpe op Schouwen vond men niet alleen been deren maar ook asclihoutskoolvuurkeijenen enkele onkenbare of onbekende koperen muntjes; terwijl vier eikenpalen op de vier hoeken, ter diep te van een paar ellen in den grond waren geheid, als ware het om den berg te kunnen afsluiten. Toen op dalzelfde eiland onder Noordwellc een berg werd afgevoerd, die gezegd werd de hoogste van Schouwen te zijn, vond men op den top eerst beenderen, asch en houtskoolen later, toon men reeds een cl of vijf had weggegraven eene plaats van ongeveer 8 vierkante ellen, belegd met straatsteenen eenigzins afhellende naar het Zuiden alsmede een aarden potje, van binnen verglaasd. Bij het afgraven van eenen tweeden aldaar vond men beenderen en stukken van een hoefijzer. Even weinig weten wij van hel elders gevondene. J) Kr on. LI. 315. Verg. evenwel de aant. 2 op do Yolgende bladz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 119