100 Onder Grijpskerke op Walcheren vond men hij het wegvoeren van cenen berg, asch en houtskool en onder Zandijk werden hij gelijke gelegenheid hoornen kammen en scha penscha ren gevonden. Uit een berg ten N. van Serooskerke kwamen in 1812 of 1813 eenige tibia's van paarden voor den dag, bruin van kleur en aan de ecne zijde met zorg platgeslepen. Een paar er van werden aan het Zeeuwsch Genootschap vereerd. Het naauwkeurigst van allen is onderzocht een andere berg aldaar destijds nog 11 el hoog, en bekend met den naam van Luycxbery en dit zal niemand bevreem den, wanneer men weetdat dit onderzoek gedeelte lijk plaats had in tegenwoordigheid van wijlen den Hoog!. Reuvers en de nog levende geleerden Mr. S. de Wiad en C. A. Retiiaan Macaré. De grond van den berg bleek te bestaan uit eene mengeling van kleiaarde, zand, zavel, veengrond enz. waaronder eene menigte stukken krijtterwijl de geheele massa lot onder toe doormengd was met beenderen potscherven en steenen van verschillen de soort en grootte. Voorts asch, houtskool, ver teerd en vermolmd houtmosselschelpen enz. Eenige dier voorwerpenwelke men der bewaring waardig achtte en die thans in 's Genoolschaps Kabinet be- zigligd kunnen worden, willen wij doen kennen2). Kaar Jan Luycx die den leengrond waarop hij lag in 1704 kocht. Een berg oj> de zoogenaamde tol of torenweide in den Paap- hoek ten W. van de kerk lnj het dorp Oostkerke op Wolfaartsdijk hoog ongeveer 9 el. dezer dagen. (Augustus 1044) aan de oostzij-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 120