vookberiut.
xi
ken van mijne verhandeling geregelden voortgang
hebbenwant kwam er zoodanige op zich zelve
staande beschrijving der monumenten van de hand
des heeren Janssen, dan kon ik mij bij mijne be
schrijving dier gedenkstukken onthouden van alle
oudheidkundige opmerkingen en te dezen korter zijn
dan men welligt anders verlangd zou hebben. Ter
wijl ik intusschen dien ten gevolge hier veel van het
vroeger geschrevene doorhaaldemeende ik elders
loeder het een en ander te mogen invullennaar aan
leiding van icerken eerst na 1838 in hel licht
gegeven, voor zoo ver zij ter mijner kennis waren
gekomen opdat de verhandeling alzoo meer over-
eenkwame met het jaar der uitgave
Uit deze mededeelingen, welke ik aan het publiek
schuldig meende te zijnzal het nu, vertrouw ik,
blijken dat de latere uitgaaf van deze verhandeling
geene onbeduidende winst heeft geleverddaar én
een keurig stel platen én eene bij zond ere verklaring
van den heer Janssen, er de vruchten van zijn ge
weest. Indien nu onze verèenigde werkzaamheid in
derdaad aan de wetenschap eenig voordeel en aan
het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen eenigen
lof aanbrengtdan zullen wij ons voor onzen ar
beid in dezen genoegzaam beloond achten.
J. ab Utrecht Dkesseihuis,
18 Maart 1845.