126 hun eenige nadeelen toe, doch slak toen over naar Brittannie, waar hij zich tot Keizer liet uitroepen. Hij liet hun dus niet alleen de haan vrij maar later verbond bij zich zelfs niet hen tegen Rome. Dat zij zich hier genesteld hadden blijkt uit de beschrijving welke Eumeniuseen tijdgenoot, van hun land geeft regio quam obliquis meatibus 11 Scaldis interluit, ut cum verbi periculo loquar pene terra non est, ita penitus aquis irnbuta per il maduit." Van hier dus ook de namen van Lit- tus Saxonicumen van pagus Flandrensis in later lijden, of liet nederduitsche N edersaxen 2). Dat deze in bezitneming door de Saxen, slechts voor korten tijd door Juliaan gestoord, van den schadelijksten invloed was voor de aanvankelijke beschaving, laat zich ligt bevatten. Zij was even wel slechts het voorspel van die groote volkenbewe ging, bij welke eindelijk het Westelijke rijk der Romeinen geheel te gronde ging, Het volken-ver hond tochwaartoe zij behoordenhad aan het hoofd de Saxen, oorspronkelijk bewoners van Hol- stein en het Zuiden van Jutlanddie hunne zui delijke buren de Cauchen in zich opnamen en deed zich kennen door sLoule zeetogtenwaarom zij ook den naam kregen van zeef ranken Franci Salit). De Sueoische Bondstaatwelker zetel was tusschen de OosLzee en de Elbe s)en de Friesche Paneg. Constantii Caesaris c.3 Cf. Orosius L.VII., c 32, die van zeekusten en ongenaakbare moerassen spreekt. 2) Vg. N. Werken van het GenD. I., st. I., bl. 51. s) Tot dezen behoorden de AnglcnVarincn en Vithonenwel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 146