132 volksstam zetelde, uit eene vermenging van Morinen en Menapiers voortgesproten: en dat de latere overblijfselen zijn uit den tijd, waarin het Komein- sclie oppergezag reeds weder plaats bad gemaakt voor den invloed der Saxen en hunne bondgenoo- ten die van uit dezen boek hunne rooftogten de den, en het Romeinsch gebied, zelfs langs de Mid- dellundsclie zee in Afrika en op Sicilië, verontrust ten 4. Nadere bepaling van dit een en ander. Ammiasus Marcellinus de veldtogten beschrijven de van Julianus als Caesar tegen de Alemannen en Franken, verbaalt, dat bij in de eerste plaats zorg droeg om den gewonen en noodzakelijken toevoer van granen uit Briltannie te verzekeren, en bezigt bij die gelegenheid 2) de volgende opmerkelijke woorden: id inter polissima mature duxit implen- »dutn, ut ante proeliorum fervorem ci oil at es mult o ante excisas introiretreceptasque communiret horrea quin eliam exslrueret pro incensis ubi con- di posset annonaa Brit Iannis sueta transferri. Et utrumque perfectum est spe omnium citius. »Nam et horrea veloci opere surrexerunt, alimen- lorumque in iisdem satias condita: et cicitates vg. Ahuabcs BIaecei.i.inus Lib. XXVII., 8, XXX., 7. Oaosics, Lib. VIL, 32. 2) Lib. XVIIL, 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 152