135 ken daarenboven in meerdere opzigten ter bevesti ging van deze opvatting. De villa Walacra van Alcuinus, was later eenComitatus; en betgeen zoo bij als na de invallen der Deenen in dezen oord plaats bad wekt bet vermoeden, dat Walcheren ook vóór en onder de regering der Frankische vorsten een gewigtig punt van verdediging is gebleven. Die geduchte partijgangers hadden toch inzonderheid het oog op de rijkste en meest beveiligde markt plaatsenen hunne herhaalde invallen in Zeeland, met name in Walcheren, geven dus grond om te stellen, dat dit eiland iets bijzonder aanlokkelijks voor hen moet hebben gehad. Er waren ook op of nabij hetzelve versterkte stellingenmunitiones fisci regii steenhuizen of burgenin welke zij zich hij aanvallen terugtrokken. Welke die waren laat zich niet met zekerheid bepalen. Men kan ech ter denken aan den Domburg(domini bargum of 's Gravensteen) en voorts aan Burgt op Schou wenMiddelburgSouburg, Ooslhurg en Roden-oi Mardenburgdie als het ware een krans van mum- menta of turres rondom de eigenlijke IValacra of bewalde akkers vormen in den nacht der eeuwen wegzinken, en gedeeltelijk voorkomen, als reeds in de 5e eeuw verwoest, zoodat men ze beschouwen kan als gegrondvest door Julianus en later door de Angelsaxen nog meer versterkt ter bedekking dei- havensin welke zij voor hunne schepen eene schuil plaats vonden. Vg. Eï.-iiih's, p. 161.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 155