139 lerianus in het Oosten gevangen genomen. Galliescs zijn zoon, een zwakkeling en eerzuchtige, aan wien PosTuaius beleefdelijk de eer zijner zegepralen afstond was niet gezien bij het leger en vooral niet bij het leger in Gallie. Met eenen waardigen landgenoot aan het hoofd achtte dit leger het bc-, neden zich te gehoorzamen aan eenen verwijfden Vorst, en aan eenen knaap. Het bragt den zoon van Galiieisus Salonicus genaamddie aan de zorg van Postujius was toevertrouwd, om het leven, en bood het oppergezag over de Provinciën van Gallie, tot welke ook de Rijnzoom en Brittannie gerekend wer den, aan Postumus zeiven aan. Deze aanvaardde bet; handhaafde tien jaren langzijne waardigheid, en voer de onze bijna verwoeste streken op tot eenen vroeger niet gekenden trap van bloei en bedrijvigheid. Hij herstelde de verwoeste, cn versterkte de te zwakke legerplaatsen en steden; en liet, daar hij zijnen zetel, op het meest bedreigde punt der grenzen te Keulen, vestigde, zich vooral gelegen liggen aan de veiligheid der Rijnvaart. Van deze hing de voor het leger onmisbare toevoer uit Brittannie af, en met dit land, als mede behoorende tot zijn ge bied moest dus de meest drukke gemeenschap op de gemakkelijkste en zekerste wijze onderhouden worden. Postumus zorgde hiervoor en ontving al lerlei loffelijke bijnamen, zoo als van Restitulor Gal- liae of Galliarum Pacator Orbis Restitutor Orbis, Hercules Deusoniensis of Magusanus enz. Eindelijk evenwel werd ook hij benevens zijnen zoon vermoord door een gedeelte van datzelfde leger, dat hem

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 159