141
De Domburgsche monumenten zijn derhalve over
blijfselen uit de jaren der regering van Postujius en
zijne opvolgers; en wij twijfelen er niet aan of zij
waren almede een gevolg er van. Wie toch de
Rijnvaart wilde beveiligen en tevens de gemeen
schap inet Brittannie bevorderen, moest van zel
ve bet oog vestigen op de Rijnmondenuit wel
ke de voornaamste gemeenschap met Brittannie
werd onderhouden. Onder deze bezaten gewisse-
lijk de tegenwoordige Sclieldemonden destijds niet
de geringste plaats. Ten tijde van Strabo 1) voer
men nog niet uit den eigenlijken Rijnmond maar van
de kusten der Morinen in de nabuurschap der Me-
napiers. Moge al later ook de eigenlijke Rijn
mond tusscben de beide Noordwijken en Katwijken
meer in zwang zijn gekomen, en aan eene civitas
quadrioica quadwijkkadwijklatei' quadriburgium
(quatuor vicorum bur gumbet aanzijn hebben ge
geven de schoone zeeboezem waarin zich ook de
Maas en de Schelde ontlastten was gewisselijk
niet in onbruik geraakt; en zijne belangrijkheid,
ook in betrekking tot Belgie kon aan een man als
Postumüs niet ontgaan. Voegen wij er nu bij dat
de verbetering van vele plaatsen en sterkten aan
hem wordt toegeschrevendan is er almede niets
ongerijmds in de gedachte, dat hij zicli in de alou
de civitas bij die havenplaats een verblijf heeft la-
zcr naar Cannkgietee's Postumus en naar zijne aanteekeningen op
Trebellius Pollio, waar men het meeste l)ijeen ïindt.
i) Lib IV., p. 190.