142 ten optrekken, waarvan hij zelf of zijne hooge amb tenaren bij liet reizen van of naar Britlanniege bruik maakten als van eene rustplaats om zich te verversclienen dat deze stichting onder den naam van Domini-burgumDomburg zal zijn bekend ge bleven noch ook in het vermoedendat welligt sommige der monumenten ter zijner eere of opzijn bevel zijn gebeiteld en te Heracléa opgerigt gewor den. Men zou zelfs uit de monumenten en de in scription gronden voor zoodanige opvatting kunnen onlleenen want dezelfde geestdie in de monu menten heerschende is, komt ook uit op de pennin gen van Postumus. Bekend is de Hercules Magusa- iiu* op een van deze. Minder opgemerkt evenwel, dat de Neptunus met drietand en dolfijn, die op on derscheidene monumenten voorkomt, almede wordt aangetroffen op een der penningen, en wel als het veldteeken van het Nederrijnsche of Nederlandsche legioen, blijkens bet randschrift: LEG: XXX, NEP. VI. F. legioni tricesimae Neptuniae vexillum fecit of sexties fideli of victrici fideli) Daarenboven kunnen ook de vrouwenbeelden te Domburg verge leken worden niet die welke men aantreft op de penningen met de randschriften Saeus exercitus ubertas august!, concordia equitu3i cuz. Op Welke laatste ook eene Godin staat met eenen voet op een scheepsstevcn. Gevleugelde cornua copiae zijn op Aanfeekening verdient liier almede, dat op het sigillum ahbatis de Middelborch in de I3ceeuw wordt gezien abbatis crec- ia Jtgura cum jriscc et rastroKluit, Hist. Crit., II. p. 507.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 162