155 halssnoeren of gordels ripti en brintingamen) be zaten bijzondere krachten beider feesten vielen in ten zelfden tijdebij de wedergeboorte van het jaar in bet raidden van den winter, en bij de we dergeboorte der natuur in bet begin van Mei, waar mede de denkbeelden van voortteelinggeboorte, verzorging en beveiliging zich als van zelve verbin den. Ofschoon langs eenen anderen weg komt J. Grimm tot genoegzaam dezelfde resultatendaar hij zijn etymologisch onderzoek besluit met te zeg gen was ich aus ein ander gesetzt habe lehrt, dass die formen und sogar die bedeutungen beider na- men nahe zusammenstossen. Freija sagt aus die frohe erfreueiule, liebe, gnadigegöttin, Frigg die »freie, schone, liebenswurdige; an jeneschliesstsicli der algemeine begrif von frau (berrin), andieseder von fri (weib). Ho Ida von hold (lieb) gleicht beiden." In de noordsche mythologie zien wij dus de als vrouw gedachte voortbrengende en verzorgende kracht in de schepping gesymboliseerd, gedeeltelijk als eene liefdeademende en liefdezoekende maagd, gedeeltelijk als eene licfdeonlvangende en liefdcbe- loonende echtgenoot en moeder. Waartoe deze opmerkingen leiden behoeft geene breede ontvouwing. Terwijl zij met bet vroeger gezegde omtrent het gemengde karakter onzer ge denkstukken zamenbangen en hetzelve bevestigen plaatsen zij ons tevens op een meer bepaald punt van uitgang. Men ziet hetde als vrouwelijk ge dachte kracht in de schepping stond bij de oüdtijds te Domburg bestaan hebbende Godsvereering op den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 175