104
en bedrijvige huismoeder met het zinnebeeld van
waakzaamheid en trouw aan hare zijde. Zij drukt
tegen haren boezem een paar appels, het Germaan-
sclie symbool der moederborst, ter aanduiding van
hare teedere en zorgende liefde. Eu zou staat zij
tusschen Neptunus en Hercules, d. i. tusschen
zee en hemelen biedt den stervelingen een over
vloed van gaven uit het dierenrijk en plantenrijk
tevens, die hier door de zwijnen en de gevulde va
zen worden afgeschetst. Zóó is alles duidelijk.
PI. Vil. n°. 15 roept, schoon met eenige veran
dering, dezelfde denkbeelden voor den geest. Ook
daar vinden wij op de zijkanten Neptunus en Her
cules, een gevulde ooftschaal en een zwijnshoofd
tusschen brooden: ook daar worden hond en vrucht-
schaal in de onmiddellijke nabijheid der Godin ge
vonden. Maar zij zelve is gezeten, en het schip
door een voetbankje vervangen, terwijl er geniën
boven haar zweven welke men of voor overwinning,
uitredding en vrede kan houden; of anders aanzien
voor eene Romeinsche voorstelling van Gna en Fvl-
la, (genade en volheid), de gezellinnen van Frig-
ga, die meermalen den zetel van Odi n Hlidskialf)
beklimt om op deuzelven de lotgevallen en de be
drijven der menschen te leeren kennen.
DevoorstellingenopPl.lV n°. 8IX. 17; XI. 19;
XII. 20, 21 enz. hebben niets dat hiermede strijdt,
of niet van zelf uit het reeds aangevoerde kan ver
klaard worden. Alleenlijk worden de symbolen
voortgaande eenvoudiger. De Godenbeelden ver
dwijnen. Cornua copiae of plantgewassen (waar-