165
bij, zoo als op PI. XIII de aan Cybele gewijdepijn
appel soms scherp uitkomt, terwijl in n°. 24 de
hol, welke zij in de hand houdt ook naar deze
henen wijst) vervangen den verderen toestelen
eindelijk is op PI. XVII. 32 die hoorn alleen het
zinnebeeld der vereerde. Wat er tusschenbeiden
in schijn afwijkend gevonden wordt is ligtelijk op
te helderen uit het vele, of liever alles, omvattende
van de zorg dier groote moeder; want schip en
wiel waren destijds de zinnebeelden van zee- en
landreizen of van handel en landbouw. Zij komen
voor op de Romeinscbe schetsen der Fortuna redux
enz. die nu en dan zelve eenigzins naar Neha-
lennia gelijkt, doch er nooit geheel mede overeen
komt. De laatste behoudt steeds iets zeer eigenaardigs.
Zij is en blijft wel de bedrijvige, doch levens de ze
dig bedekte en trouwe beschermsterter zee en te lan
de aan wie men dan ook hulde bragt oh merces rede
conseroatasoh meliores aduspro se et suis enz
Wie of wat de aloude Zeelanders alzoo onder
den naam van Dea Nehalennia vereerden, meent
de steller dezer bladen genoegzaam te hebben aan
gewezen. Zij was het zinnebeeld der hoogste voort
brengende liefde en zorgvoorgesteldgelijk de
van hoogere openbaring verslokene zich deze voor
stellen kon en moest, onder beelden, ontleend van
J) De wilde zwijnstanden bl. 103die ook in Germaanscbe
graven meermalen voorkomen, en de hoornen van runderen bl. 96,
als van aan Hertha gewijde beesten kunnen mede tot deze ver
eering gebragt worden. De eersten schijnen oudtijds als amulet
ten gebruikt te zijn geworden. Vg. Klejim s. 363.