168 zuidelijke begrippen de overhand hadden hij hul digde haar als Isis, en het ontbreekt, als om de te genstelling te voltooijenniet aan beeldjes en altaren van deze, op Nederlandschen bodem gevonden, in Zuidholland Vlaanderen en elders. Wat eindelijk den naam betreft, ik weet dien niet beter te verklaren dan reeds geschied isen hel het meest over om hem af te leiden of van de Ee-hal- len, den stroom of watertempelmet de adspiralio nasalis in de Germaansche tongvallen niet vreemd; of van Ne-hallen den nieuwen tempel, in verband met het denkbeeld dat Postuiius door het optrek ken van een nieuw heiligdom, ook te Heracléa ver- fraaijingen zal hebben aangebragt 1). In beide ge vallen is hij geheel plaatselijk, zoodal wij in de gansche voorstelling ook eene meer plaatselijke ont wikkeling van het hoofddenkbeeld niet voorhij mo gen zien. Hiertoe zal wel inzonderheid behooren hare betrekking tot Hercules en Neptunus. 3. Hercules Magu san us. Dat Hercules zoo wel door Kelten en Germanen als door Grieken en Romeinen geëerd werd, isle bekend om er lang bij stil te slaan J). Wij merken Beide afleidingen waren reeds vroeger door mij voorgedra gen in de. Vriend des Vadert. 1327, D. 1. bl. 721, en in de IV. IV. van het Gen. 1836, D. 1, st. I, bl. 46. 2) Zie Tacitus, Germ. c. 9, Jnn. II, 12. Camden Brilt. p. 849351. Martin, II, 4 Klemm, s. 301, en m. a.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 188