171
hij naar Antwerpen verzonden was. De Bast zegt
echter: après la destruction des Jesuites onnesait
ce qu'elle est devenue." Wij moeten ons dus met
deze opgaven vergenoegen en eene keuze doende
houden wij hel er voor, dat liet opschrift ondui
delijk is geweest en door Martin nog minder goed
overgebragt geworden dan door Keysler; want hij
maakt Ulpius, Lupiüs, en Ulpia zoo wel tot Goden,
als Hercules Magusanus en Hafua. Ulpius en Ulpia
zijn intusschen Romeinsche eigennamen, die ook op
andere monumenten voorkomen; en Lupio is ge
heel en al de oude Zeeuwsche naam Loep of Loeper.
Met eene Godin Hafua weten wij ook volstrekt geen
weg. Haeva daarentegen doet onwillekeurig den
ken aan Hebe, de vrouw van Hercules naar de
Romeinsche Mythologie; en als Germaansche naam
is hij daarenboven verwant met het Oudsaxische
hëvanhet Neders., lieven, haven, het uitspansel
waaraan maan en sterren zigtbaar zijn in tegenstel
ling van den hemel 1). Westendorp 2) vermoed
de eene schrijffout voor laevae, om dat er een
Levae fanum op de kaart van Peutinger voorkomt
en Laetum of Latum aldaar eene zeer oude kapel
bezat aan de 11. Maagd en de zalige moeder Gods.
Maar zoo er eene schrijffout bestaat zouden wij ze
1) Vg. Grimm, Myths. 398. Martin is gevolgd door des Roches,
p. 85. Mone, II, 3, en van den Bergh Ovcrl., h 1.180. Keys
ler door Alting en Cannegieter Br Ut.p. 147, in Post., p. 155.
De overige plaatsen zijn van Wijn Huisz. Lev1344en de
Bast, Rccucilp. 28, 29.
2) Noordsche Myth., bi. 145.