173 <le hoofdzaak betreftnog in zwang waren. Daar enboven zijn er ook nog latere sporen van dat eer betoon in Vlaanderen en elders. De naam des Ma- gusaners is trouwens levendig gebleven in Machuys (in den Reinaert Macliys geheeten) lusschen Zoo en Eoemham in Weslvlaanderenen nog later in de St. Machuitskapel en de Machuilsche beek. Even zoo was bel ook elders. Men denke aan Maluwen- heim onder de oudste Utrechtsche stiftgoedereu aan Magen en Macharen in Noordbrabandaan de St. Maehiiytskapel te Dordregt, en aan den St. Mi- chuutsweg op Noordbeveland in Zeeland. Onze Hercules was in zekeren Sint Machuyl herscha pen, van wiens vrome bedrijven wij evenwel ner gens eenïg stellig blijk hebben aangetroffen. De vraag blijkt alzoowelke kracht werd in Hercules vereerd? Vestigen wij het oog op sommige der in Brittan- nie en Germanie gevondene monumenten met het opschrift deo isvicto hercvli sacrvm, dan rijst er dadelijk een vermoeden; want dit ihvictvs is an ders alleen aan de zou eigen, en wij weten daaren boven dat, door Grieken en Romeinen beide, dithe- melligchaam ook met den naam van Hercules celer bestempeld werd 2). Dit vermoeden intus- r) Van Mieris, Gr. Chart. I, 17 en 53. 2) PoRPHi'riushij Eusebius, Pracp. Ev., Lib. Ill, cap. 11, p. 112, leidt hiervan zelfs zijnen naam en zijne zinnebeelden af, zeggen de, d.it de zon van de aardbewoners moeite en gevaren afweert, de lucht schijnt te doorklieven izXcL<T&cLl 7Tpog TCV ctépctdaar zij van het naar het W. gaat, en daarom HpcLaXlig3 ilercu-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 193