183
musd-vercerders, volgens het uit Eusebius aangevoer
de, den naam van Magusaners of Magusaeërs droegen.
Dit alles brengt ons dus nog eens tot lichtvcree-
ringof zoo men wil lol Freyr terug. Mogl in-
lusschen iemand twijfelen of onze Hercules wel
dezelfde kan zijn met Freyr, vermits deze te Up-
sala met den phallus werd voorgesteld, die bij Her
cules ontbreekt; wij merken dan hiertegen op dat
de triaden te Upsala en te Domburg verschillen, en
dat dit verschil op het beeldwerk invloed moest
hebben. Overigens waren ook dergelijke minder
reine voorstellingen niet vreemd aan de naaste bu
ren der aloude Zeelanders. Men zie slechts wat
Guiccardini en Grammaye geschreven hebben om
trent Antwerpen en Warwyk J).
Hiermede zouden wij vooreerst Hercules kunnen
verlaten, ware het niet, dat wij volgens het in de
vraag uitgedrukte verlangen van hel Genootschap, de
herigten der oude schrijvers moesten verzamelen wel
ke bij dit onderwerp in aanmerking kunnen komen.
Wij deelen derhalve ten slotte nog een zeer oud berigt
mede van Hecataeüs van Ahdera, die 330 jaren voor
onze jaartelling leefde, en dat bewaard is geworden
Guiccard., Belg. descrpag. 160. Grammaye, Antverpia II,
1,2, pag. 12. A/itiq. Flandrp. 130 en m. a. Uit deze phal-
lusdienst te Antwerpen ontstond later de vcreering van het sa
crum praepiitium dat men voorgaf in het begin der 12c eeuw al
daar ontvangen te hebben. Men zie er over Grammaye 1. 1. Diercx-
sens Antverpia Christo nasccns et crescensTom. I, pag. 101145.
Schayes Essai histor., pag. 224. Het is hij den beeldenstorm
te zoek geraakt. Broer Corselis zegt: geroofd door Herman Moded,
»die er naderhand mede tooverde." Zie Sermoenen II, hl. 16 en 17.