19G gehoornd bronzen beeldje gevonden isdan zouden wij dit kunnen opnemen in den rij der TVtorj-beeld- jes, die te Reingau hij Schufliausen bewaard wor den1). Wij hechten hierop evenwel even weinig als op het lanspuntvormig versiersel hij Domburg gevon den dat volgens sommigen depunt van een'Thors- schepter zou kunnen zijn. Wij merken alleerr op, dat het beeld op ons monumenteen' stroomgod voor stellende, zeer wel als eene voorstelling van Thor be schouwd kan worden die over de sluizen des hemels gebood, zoo als Niördr over die der zee. Zijne symbo len waren toch niet altijd dezelfde, maar veranderden naar gelang der volkstammen. In Scandinavië stond hij hooger dan in Germanieen voerde hij soms den bliksem dan weer den donderhamerof een' schepter met hel zevengesternte. Hij was de heer des dondersmaar ook van den regen zonder don- derbuijen, en dus de Ziti? Je'tjo; Jupiter pluvius der Grieken en Romeinendien men hij droogte om regen aanriep, opdat het dorre aardrijk zich laven mogt. Moesten wij het beeld op ons monu ment met eenea Komeiuschen naam hestempelen dan noemden wij het naar denLentegod, Aether, van wien Virgilius zong Vere tument terrae et genitalia semina poscunt. Tum pater omnipotens fecundis itnbribus Aether Coniugis in gremium Iaetae descenditet omnes Hagnus alit 3). Monk, II, plaat 2, fig. 8. 3, fig. 10, li. 2) Georg. II, 324.Deze beeldspraak vindt men bij de Latijnen meer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 216