200 malen aangehaalde waarschuwing van Eligius waar in de drie Goden worden opgenoemdwelke wij mecnen op het monument n°. 16, aan te treffen, benevens twee Godinnen Diana en Minerva, en dus juist zoo veel als er op dit gedenkstuk voorko men. Dat wij op derzelver benamingen door Eli gius niet te sterk moeten hechten behoeft geen be wijs; van meer belang is liet aan te toonen, wie naar Germaansche opvatting hier kan in aanmerking komen. En doen wij dit, dan worden wij al spoe dig en uitsluitend verwezen naar Skadhi of Skade, de gemalin van Niördr, en levens de Godin der jagt. Ziet hier hare mythe. De Asen haren vader, den reus Thiassigedood hebbende, nam Skade, zijne dochter, helm en pautsier en trok, om hem te wreken naar Asgard. Daar stilden de Goden haren toorn door haar één der Goden ten man te belooven. Zij zelve mogt kiezendoch zonder hem te zien. Zóó verkreeg zij Niördr, werd vervolgens opgenomen on der de Godinnenen ontving als zoodanig het bewind over het najaar met zijne stormen enz. De reuzendochter had evenwel met haren ge maal spoedig verschil over de plaats Waar zij *ich te zamen zouden vestigen; wantSkade gaf de voorkeur aan den rotsburg baars vaders in ThrymheimNiördr daarentegen aan het zeestrand. Men kwam echter lot eene overeenkomstwaarbij (met Germaansche tegemoetkoming aan het verlan gen der echtgenoot) werd vastgesteld, dat men negen nachten zou doorbrengen in het gebergte

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 220