202 »gis nomine (quod vallis et burgis, id est oppidis arcibusque tegendae protegendaeque rnullitudini aptis j)raeesset, dictae), in ipso arcis vallo aedem slruxerantnomen licet aucta sit, servantem." Ei' is hierin zeer veel dat opmerking verdient. De naam Walburgis, van dezelfde zamenstelling als Walgrind, IValhijrieWalhalla verraadt zoo wel eene Germaansche of Noordsclie afkomst als die der Friesche Godin Waldacha, terwijlmen het over de vrome maagd die haar gedragen za! hebben niet eens is; want sommigen inaken baai- tot eene zuster van Boxifacius en zeggen anderen dat zij eene nicht van dezen was, eene dochter van zekeren Angelsaxischen koning Fuciiard, en zuster van Wjlibald en Wikibold, dc reisgezellen van Willebrord. Waardoor zij zoo hoog in eere is ge komen verhaalt ons Grammayb op eene wijze die onze opvatting staaft: Wili.ebrordus invcteratum animis gentilium profanae Walburgis cullum ex- »stirpare conatus, sed diufrustra, tandem hocsolo rem se facturum existimabatsi nomen falsae Deae in nomen S. Firginis transtulissetut quem- »adodum ante et perperam Walburgim lapi- »deam orabant et honorabantita deinceps recte et citra religionis verae noxam virginem christia- nam integrilalis merito in divos translatam vene- »rarentur Zoo was dan de Walburgis- vereering ouder dan Ste. Walburgis. En dit wordt door andere geschiedkundige gronden ver- Jntvcrpiap. 13.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 222