230 hij ons niet dat men toen de kalenden van Januarij (welke men voorheen op onzen 25 December plaat ste en die slechts ten gevolge van het kersfeest ver zet zijn) met plegtighedsn vierde, welke tot op den huidigen nog voor een gedeelte de geboorte van een nieuwjaar vergezellen en voor een gedeelte op de naastbijliggende feesten zijn overgegaan De Sint Piicolaas koeijenvarkens enz, de kersbrooden en nieuwjaarskoeken, de gewoonte om het oude jaar uit en het nieuwejaar in te drinken, liet razen en schieten en joelen in het geboorte-uur van den nieuwen tijdkring en vervolgens, het moleumalen en kaarsjespringen op driekoningen-dag, zijn zij gezamenlijk uitvloeisels van het groote natuurfeest, door Eligius kortelijk beschreven als door de voor geslachten bij den laagsten zonnestand gevierd; gelijk de Sint Jansdagmet hetgeen er bij plaats had en heeft, de feesten van den hoogsteu of zo merzonnestand beeft vervangen met hunne reijen- zangen en rondedansen om de offervuren ontsto ken met het noodvuurdoor wrijving van twee stukken houts legen elkander verkregen? De eeuwen oude Westkappelsche jaarmarkt of kermis, bij wel ke oudtijds Willeerord's voorgewende overblijfsels in plegtigen optogt door Walcheren werden rond gevoerd en die opgevolgd werd door de van ouds vermaarde Doniburgsehe paardenmarkt op den Sint Jansdag zeiven; de paardenmarkt te Haamstede op Schouwen, mede op Sint Jansdag en gevolgd door eene achldaagsche kermis; de, geheelZuidbeveland in beweging brengende, Kruiningsche markt ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 250