235 weer vijf eeuwen jonger vereerde nog geene afgo den. Bovendien klimmen alle volken van welke wij kennis hebbenhoe veel Goden zij overigens ook mogen bezitten, op tot éénen vader van die allen, hetgeen bewijst dat de kennis van Gods één heid ouder is dan het veelgodendom. Het ontstaan van het veelgodendom laat zich ook wel het na tuurlijkst verklaren uit het beeldrijke en symboli sche hij leer en eerdienst. Men zag de werking van licht en water op de aarde, die alles voedt en verzorgt wat op haar leeft; en de zon aan den hemel, en de zee wier einde men niet kende, doch wier werking men zag en ontwaarde, en een eiland slechts door lucht en licht en water omge ven, werden de eerste symbolen, de zinnelijke voorwerpen der vereering. Straks vermenigvuldig de men de zinnebeelden; en bronnen, hoornen, rotsenof voorwerpen van menschenarbeid of kunst leverden voorstellingen van die enkele na tuurkrachten, welke men later naging; doch hoe meer de verzinnelijking toenam des te meer ver loor men ook den Geest der zinnebeelden. Zóó vindt men het overal. Overal is afdaling en ver bastering; nergens opklimming en veredeling, dan nadat het onrein geworden kleed is afgeworpen. De Zeeuwsehe gedenkstukken zijn uit eenen lijd, waarin reeds merkbare verzinnelijking en verbaste ring bestond want om de woorden van Paulus te bezigen de heerlijkheid des onverderfelijken Gods was reeds veranderd in het beeld van een verderfe lijk mensch. Maar de verbastering was nog niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 255