237 fel weg. Men verg. slechts liet geen wij boven blz. 5001 en 110119 gezegd hebben. Dat dit heiligdom kostbaarder zal zijn geweest dan men gewoonlijk meent, lijdt bij ons geen twij fel; want de vele met zorg bewerkte ex voto's en standbeeldende gouden en zilveren voorwerpen bij en in hetzelve gevondendoen te zamen den ken aan iets niet gerings. De Godenwoning zelve schijnt door een heilig bosch omgeven te zijn geweest, waarvan de Ileede of duinwoudstreek tot welke geheel Domburg buiten Aagtekerke en Kerk leer oe behoorden als overblijfsel kan beschouwd worden; want deze streek was oudtijds grooten- deels eene geestelijke bezitting, en de villae of landgoederenwelke de Frankische Vorsten aan Willebrord en zyiie opvolgers schonken, waren meestal vroegere Priestergoederen, vroonlanden, die niet tot de vroon- of vrijlanden behoorden. Voe gen wij nu hier nog bij, het blz. 118 gezegde om trent de uitgangen lojftuna, gaard en kerke, als aanwijzing van dergelijke vroegere goederen; en dat er in Domburg's onmiddellijke nabijheid en alleen in de watering der Vijf-Ambachten niet minder dan vijf plaatsen zijn, welke op ker ke eindigen AagtekerkeBoudinskerke, Grijps- kerke, Meiloskerke, Poppekerke) bij vier van welke men aan geene heiligen denken kandan verkrij gen wij van de oude prieslerbezittingen aldaar een Builen dezelve vindt men op "Walcheren nog St. Janskcrkc MarickcrkcBiggekcrkeCoudekcrkeCleverskerkc, Serooskerke enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 257