8
fend uitgewerkte Scandinavische Mythologie ter
wijl elders door gedurige vermenging met vreemde
bestanddeelen de oorspronkelijke voorstellingen meer
en meer onkenbaar werden. Die Mythologie is in-
tusschen geene Iron van kennis der Seelandsclie
godsdienstbegrippenmaar een onmisbaar hulpmid
del ter verklaring van hetgeen op andere wijze tot
onze kennis is gekomengelijk over het algemeen
de Germaansche voorstellingen het best almede
door haar worden opgehelderd. De steller der
vraag heeft ze dus zonder twijfel bij het tegen
woordig onderzoek geraadpleegd willen zienof
schoon het niet duidelijk is opgegeven. Maar zoo
min als het Scandinavische, mag het eigenlijk Ger
maansche Keltische en Rotneinsche worden voor
bijgezien en dus heeft de vraag in allen geval-
1) De oude Edda: Edda Sacmundar hinns Froda d. 1. letterlijk
de Overgrootmoeder door Saemund den Wijze, bestaat in eene ver
zameling van Noordsche Volksliederen, uit verschillende tijden
vóór de invoering van liet Christendom, op Yslaud bewaard ge
bleven en verzameld geworden door Saemund Sigfüson de Geleer-
de of Wijze bijgenaamd, Priester te Odde op Ysland, geb. on
geveer 1056, -j- ongeveer 1133. De jongere Edda of Snor-
ra-Edda werd verzameld door Snorbo Stdrleson, geb. 1173,
opgevoed te Odde door een kleinzoon van Saemund, die in
1107 stierf. Deze bestaat uit prosaisclie gedenkschriften. Men
kan over dit onderwerp lezen: G. T. Legis IJandl. der Altd.
vnd Nordischen GÖlterlehre, s. 150 ff. Leipz. 1833; doch zie
vooral C. F. Koeppex Literarische Einleitung in die A7 or disc he
Mythologie. Berl. 1337. Wie alleen een overzigt over de
Eddaleer wil hebben gebruike Legis AlkunaLeipz. 1831
of zijn Kederlandscheu navolger D. Buddingh Eddaleer. Utr.
1337.