251 niet veelna hetgeen reeds gezegd is. Men was er gewoon elk werk met de aanroeping vaneenigen God te beginnen 10, en hierbij tevens acht te ge ven op den stand der hemelligchamen. Met nieuwe maan eenigen arbeid aan te vangen werd onraadzaam en gevaarlijk geacht 11. Amuletten van verschil lende soort werden gebezigd hij menschen en die renals beveiligingsmiddelen tegen allerlei ongeluk ken §8,9, 14, 17. Houten figuren van armen, beenen en andere leden van menschen werden met bepaalde bedoelingen bij de heilige plaatsen en op kruiswegen geplaatst 16. Op allerlei voor teekens werd acht gegeven, en het werd voorgeene onverschillige zaak gehoudenwelk dier men hij het uit- of binnentreden zijner woning het eerst ontmoette of geluid hoorde geven 17. Lang heb ben deze en dergelijke denkbeelden zich in dezen oord staande gehouden; want het handjes- en voet jes-offeren is ook bij Christenen in zwang gebleven; en zelfs in deze dagen hoort men nog wel eens bij uit bezoek gaan, zeggen op het ontmoeten van schapen: wij zullen goed," van varkens: wij zullen slecht ontvangen worden Het leiden van dieren over een hollen boom of een in den grond gegraven gat, waarvan Eligius 9 gewaagt, schijnt met de offerplegtigheden in verband testaan. 2). Tol de heilige handelingen behoorde ongetwij feld ook hel rondleiden van bekranste offerdieren, het geen nog niet geheel in onbruik isen het ronddragen of rondrijden der Goden-beelden of zinnebeelden voor welke naderhand de beelden en reliquien der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 271