255 steden waren daarenboven al vroeg jaarmarkten toe gekend, met zeer bijzondere voorregten voorzien, zoo als bet vrij geleide, dat veiligheid en rust waar borgde voor personen en goederen en de verzeke ring gaf aan alle eerlijke lieden van voor vroegere schulden niet gemoeid te zullen worden, 's Graven tol betaald zijnde kon men, al de feestdagendoor, zich van gezegde bescherming zeker achten. Wie herinnert zich hierbij niet de door Tacitus geschetste rust van het Ner thus-feestlaeli tune «dies, fesla loca quaecunque adveutu hospilioque «dignatur. Non bella ineunt, non arma sumunt, clausum omne ferrum pax et quies tune tantum «nota, tune tantum amata." Ook op deZeeuw- sche weekmarktdagen was bet dragen van wapenen streng verboden. En waarin bestond die handel? Wij weten bet niet ten volle; maar onder de artikelen van uit voer tellen wij het van ouds vermaarde zilzout bet product der zeeuwsche zeinering, welke ook bij de Romeinen reeds bekend was. Want Tacitus j) Ingevoerd werd onder anderen ten dienste des landbouws, mergel. Wij zien dit uit ons monument, N". 32, PI XI. Varro (I. 7.) leert ons deze kennen als meststof, zeggende: in Gallia transalpina intus ad Rhenum cum exercitum duceremaliquot «regiones accessi, ubi nee vitis nee olea, nee poma nascerentur, ubi agi os stercorarent Candida fossitia crcta." Creta Jigularis is bij Pli.niüs pottebakkers klei. Misschien werd ook die witte steensoort, waaruit de beelden en altaren vervaardigd zijn, creta genoemd, en was de negotiator cretarius op het monument een handelaar in dergelijke zaken. 2) Ann., Lib XIII., cap. 57.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 275