257 die nu beter vatten dan door haar af te leiden van de aloude godsdienstbegrippen Niet alle zout toch werd op denzclfden prijs gesteld. In Egypte gaf men de voorkeur aan heigeen bereid werd bij den tempel van Jupiter Amnion; en de Israëliet gaf ze aan de gezuiverde potasch of salpeter(Exod. XXX, 35) welke de Feniciers uitvoerden. XJit de aangehaalde regels van Ovinius blijkt, dat men te Rome wederom de voorkeur gaf aan eene zout- soort, sal purum genaamd. Wat vreemds derhalve dat de Germaansclie stammen al mede een zout ver langden van bepaalde bereidingen bij alle heilig ge achte handelingen het schitterende zilzout bezig den dat in een heilig geschat oord vervaardigd was geworden door de vereeuigde werking van strij dige elementen! Zij hechtten trouwens beteekenis aan het zout, en nog is het bijgeloovig denkbeeld der Ouden niet geheel vergelen, dat het storten van zout en het omverwerpen van het zoutvat onheil spellende voorleekenen waren en het verbreken van vriendschappelijke betrekkingen aankondigden. Mis schien is dat een uitvloeisel van offeranden bij pleg- lige verbindtenissengelijk het brood en zout eten, bij zekere regtsgedingen eenesoort van Gods-oordeel was; want Belgen en Nederlanders stonden een maal in het geloof, dat geen schuldige zonder na deel zekeren onder gebeden en vervloekingen be reiden deegklomp kon nuttigen. Be verbazende uitgebreidheid, welke deze tak van nijverheid vroe ger in Zeeland bezeten heeft, is bij deze opvatting dan ook minder bevreemdende. Men weet waar- 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 277