265 tinge en tVemeldingen zoo rijk zijn. Zes derzel- ve lagen ten O. en even zoo vele ten W. van Kapelle. En niet alleen dit, maar vier er van lagen, op ge- noegzaam gelijke afstanden van dit middelpunt, in eene juiste rigting naar de hemelstreken. Men neme eene kaart van Zuidbeveland door Hattikga, de naauw- keurigsle welke wij kennen en men trekke op de zelve eene lijn van den Sirhelstorpin bet N. van het Kloetingsche ambacht naar de hoogte bij Flake, en een tweede van een der voortrappen in het Z. van Kloetinge bij 's Gravenpolder naar den Swaak- lerej onder fVemeldingen en men zal bevinden dat die lijnen zich boven de Eliwerve kruissen en de genoemde bergen N. O. en Z. W. en Z. O. en N. W. van daar liggenen voor dat middelpunt de plaat sen van zonnen op- en ondergang bij de zonnestan den aanwijzen 2). Dit kan wel niet toevallig zijn; maar was het met opzet alzoo gemaakt dan heeft het ook een doel en eene beteekenis gehad, waar door wij nogmaals op zonvereeririg gewezen worden die dan ook liier met de Hela-dieust in verband moet hebben gestaanwaarmede al wederom de L. Vrouw der Kapel, in welk heiligdom de Sint Jansheeren ook een bijzonder altaar bezaten; en De slotklanken Ook van deze namen wijzen al mede op eene ihintj of Jz/iy-plaats. Of dit met den gerigtshandel op de Eli werve in verband kan staan mogen anderen onderzoeken. 2) Verder oostwaarts kennen wij geene vliedbergen meer; en verder westwaarts ook geene behalve die te Bciarsdorp en te 's Heer Arendskerke. Welligt verdient dit al mede eenige aandacht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 285