10
Vooral twijfelachtig is het evenwelof heide ge
westen wel gelijknamig waren in den tijd van het
bestaan der vooronderstelde hoofdzetels. Zes of
zeven eeuwen geleden komen zij wel voor als schijn
baar gelijknamig-, doch schijn is niet altijd wezen,
en met zes of zeven eeuwen achterwaarts te tre
den hebben wij nog slechts de helft van den weg
afgelegd. Ditiimar noemt het Deensche eiland Se-
Ion; in de Edda heet het Selund. Van het Neder-
landsche gewest lezen wij in ecne grensbepaling
van 1290 «alle die grond, die tusschen Caesant en
Grevelinge gelegen isdie men heet Zeeland
In de annal. Berlin ad a. 841 wordt ook wel reeds
gelezenIValacrae in Selandia Belgica doch zul
len wij kunnen aannemendat dit laatste was bij
wijze van tegenstelling tegen een Selandia Danica
dan zal men ons nadere bewijzen moeten voorleg
gen. Doch al gaf men dezelve ookdan nog zou
moeten worden bewezen, dat de gewesten gelijk
namig zijn geweest en niet slechts de namen gelijk
klinkende. Het Nederlandsche gewest werd in de
13e eeuw Zeeland geheeten; eene benaming zeer
juist deszelfs gesteldheid van te midden der zee
liggend land uitdrukkende. Maar zou men nu aan
het gr.oote en schoone Deensche eiland niet even
zeer zijnen naam hebben gegeven naar iets ken
merkends En wat is nu dit kenmerkende Wan
neer men het in het schoone jaargetijde van de
zeezijde bezoekt, dan rust het oog, vermoeid van
het staren op Jutland's duinen en Noorwegen's rot
sen met welgevallen op het welig groen van z;jue