278
Hij weet dat er in zijn werk leemten, zwakke
plaatsen en misstellingen kunnen en zullen worden
aangewezen, ofschoon hij met zorg en onpartijdig
heid heeft onderzochten getracht te waken te
gen onnaauwkeurigheid en overdrijving; klippen
waarop de meeste zijner voorgangers schipbreuk
hadden geleden De aanwijzing er van zal hem
Zelfs het jongste Nederduitschc werk, waarin over dit on
derwerp wordt gehandeldD. Büddingh's Verhand, over het West-
land Leiden 1844, maakt hier niet alleen geenc uitzondering,
maar overtreft in overdrijvingen zelfs de meeste anderen. Men
vindt er curicuse partijen in en Zeeland is hierbij niet misdeeld.
Jammer intusschen dat, in weerwil van den stelligen toon waar
op gesproken wordt, bijua alles water over Zeeland ingeschreven
is ook eene bijna geheele onbekendheid met Zeeland verraadt en
den Zeeuw onwillekeurig een glimlach afdwingt. Wij willen dit
hier niet in bijzonderheden aanwijzen, doch achten ons verpligt
hem op één puilt openlijk tegenspreken. BIz. 146 lezen wij trou
wens: wij kunnen ook niet in twijfel trekken, of Zeeland be-
vat ook nogzoo dan al niet aan de zeekusten dan toch op
s meer binnenwaarts gelegene dorpen van het eiland Wulcheren
j> zelfalsmede van Schouwenen in het land van Goes Gusahaj
bij eenig onderzoek zijne woerdplaatsen die niet zelden door
vuurvlammen of door den weerwolf worden aangewezen." Ver
volgens worden eenige, gedeeltelijk nog aan den oever der stroo-
incn liggende en verkeerd gespelde plaatsen opgenoemd en van
deze gezegd: zoo ergens, dan vermoeden wij dat deze plaatsen,
door hunne woerden kenmerken van voorehristelijken oorsprong
zouden kunnen bevatten." Dit een en ander is gerigt tegen mijne
verzekering, in den Zeeuwschen volksalmanak van 1837, dat er
op de Zeeuwsche eilanden nergens grafplaatsen der oude bewoners
worden aangetroffen, welke verzekering in deze verhandeling her
haald wordt. BIz. 131 wordt gezegd dat men in Zeeland opzig-
telijk de woerden nog alles to ontginnen heeft." Geen compli
ment waarlijk aan de leden van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen. Wij verbeelden ons evenwel na een meer dan der
tigjarig verblijf in Zeeland, die Provincie een weinig beter te moeten