11 lage kusten en van het daar achter verrijzende stoute en krachtige geboomte; en doorreist men het ei land dan wekken de statige leuken- en eikenhos- schen onafgebroken de bewondering der vreemde bezoekers van hetzelve Men schrijft den naam thans Sjalland of Siellanddat ook Zielenland zou kunnen beteekenenvroeger spelde men Sea- land of Sialandhetwelk met Zeeland overeen komt nog vroeger evenwel was het SelonSelund, Saelundrhet Zeewoud of het woud in de Zee. Wij mecnen dus hierin den oorsprong des naams te vin den en hebben bij deze meening beroemde man nen aan onze zijde. J. Geimm b. v. toch noemt het2) »der Iusel, die von iliren selbst lieute prachtigen w büchenwaldern den nahmen führte, undderschön- »ste hain in ganz Scandinavien war." Maar zoo zijn dan ook de gewesten niet gelijknamig geweest, en zal ook het gelijkklinkende der namen wel niets zonderlings kunnen geven aan andere toevallige overeenkomsten. 3. Zij doet dien ten gevolge iets vreemds zoeken in liet zeer gewone. De vraag leidt er evenwel zoodanig gevolg uit af. Men leze slechts: Alex. DaumojiT, Reis door Zweden, d. I. hl. 31. Haar!. 1835. X. Marjuer, Brieven over hel Noorden* d. I. hl. 161170 180. 2) Deutsche Mythologies. 47, Gott. 1835. Vg. K. Zeüss die Dcutschen und die nachbarslammc. Munch. 1837. s. 510. en m. a.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 29