XXII Ten aanzien van de in dit berigt vermelde platen, is mij door den legen w oord igen lieer van Dom burg Jonkli1'. Mr. j. j. slicher verzekerd, dat de platen van koper nog bij het Koninkl. Nederl. Instituut berusten. In de naastvolgende beschrij ving zijn die afbeeldingen onder de benaming van de Platen der familie van Domburg aangehaald. Dezelve zijn aanmerkelijk beter dan die bij vrediüs (en smallegange) en danckerts en hebben zelfs een voorkomen, waardoor zij iemand die ze met de oorspronkelijke stukken niet vergeleken heeft, in den waan zouden brengen, als of zij voor eene hedendaagsche uitgave voldoende waren. Dat ech ter aan zulk eene naauw keurigheid veel ontbreekt bleek mij het eerst bij vergelijking met de Zeeuw- sche steenen die in het Museum van Oudheden alhier voorhanden zijnen vooral uit aanteekeniu- genmet potlood op den rand van het Amster- damsche exemplaar der Platen, door wijlen den hoogleeraar reuvens geschreven; welke aanteeke- ningen het bewijs droegen, van bij eene collatie dier Platen met de Domburgsche monumenten op geschreven te zijn. Uit dezelve (waarover bene den nader) mogt men levens besluiten, dat deze geleerde voornemens geweest was eene verbeterde uitgave der Platen te bezorgenietshetwelk mij later ook zoow el door Dr. c. leemans als door den teekenaar van onze afbeeldingen, den heer x. hooi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 322