3
Uit die overblijfselen zal men den vorm, den stijl
en de grootte van zulk gebouw eenigzins kunnen
opmaken.
Men zal mogen aannemen dat bet niet rond
geweest is, omdat vrijstaande pilasters aan ronde
gebouwen met name aan tempelszoo veel mij
bekend is, niet gebruikt zijn. Het gebruik van
zoodanige pilasters is bij de Ouden in het al
gemeen zeldzaam; het vond volgens bet oordeel
van een' der grootste kenners der oude kunst
slechts dan plaats, wanneer de muren niet uit
vaste materialen, maar uit behangsels bestonden
Aan een tempeltje te Trevi (Trehia) in Umbri'è,
treft men, volgens MIUZIAden vrijstaanden pila
ster aandoch dit zou volgens liem bet eenige
voorbeeld zijn 2). Intusschen vind ik ook vrij
staande pilasters (van Corinthische orde) aan een
groot tempelvormig grafmonument te Milasahet
welk afgebeeld is in de Antiquities of lonia 3),
Wat den stijl van den pilaster, en dus ook van
bet gebouw waartoe hij behoorde, aanbelangt, erkent
men er duidelijk den zoogenoemden Romeinschen
indie een zamengestelde was uit den ionischen
en Corinthischen. Het karakter namelijk der kapi-
teelen van dien stijl is, dat zij van onderen twee
rijen acanthus-bladeren boven elkander hebben
boven welke twee volutendie op Ionische gelij
ken gezien wordenwelke voluten onder den
1) c. o. MÜILERHdh. der Archaeologie der Kunst. S.325. lste Ausg.
2J f. milizia j Prindpj di Architetluraedit, cli Milano 1832. 8°.
Tav. TUI. Fig. n. a. Parte la. Capit. XIII.
3) Tom. II. PI. XXIV. Londen 1797.
1