7. 9 bij dit beeld de gissing opdat het in den voor- of achtergevel van den tempel gestaan heeft. De bewerking is bijzonder fraai, en deze gepaard aan de kolossale grootte, verzekert aan dit beeld eene eerste plaats onder de monumenten der oude klassieke kunst; n. 6 h. is een gedeelte van een' der vleugels. De schrappen, die men op de voor zijde van het voetstuk ziet, schijnen op het eerste gezigt overblijfsels van letters te zijndoch het blijkt bij nader onderzoek, dat het willekeurig ge maakte groeven zijnmisschien door den een' of anderen voorbijganger daarin gemaakt. Het hoofd van het beeld is nimmer gevonden. Cannegieter giste, dat het met eene kroon versierd geweest wasdoch daarvoor is geen grond voorhan den. Op de bovenaangehaalde afbeelding bij speele- veedx, heeft dit beeld het kapiteel n. 1. PI. I tot voetstuk gehad hetwelk daaraan zal toe te schrijven zijn, dat het te Domburg in de kerk op dat kapi teel geplaatst is. Dat dit beeld niet op vroegere afbeeldingen, als bij vredius en danckerts, voorkomt, heeft deze reden, dat het niet in het jaar 1646 met de ove rige gedenkstukken, maar eerst in 1715 (op Kers dag) gevonden is gelijk uit in eene aanteekening van cannegieter blijkt. (pi. iv.) Eene overwinning (victoria) naar het schijnt, even als n. 6doch in andere houding en in eenig-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 339