17
ter, welks opschrift luidtdm maniius as son tut
ivstvs
Naar het karakter der letters te oordeelen, zou dit
opschrift tot den tijd der Antonijnen gebragt mo
gen worden. Zij komen overeen met letters van
opschriften uit dat tijdperkwelke bepaalde dag-
teekening dragen, b. v. van een' steen te Roomburg
gevonden, die de herstelling van een armamenta
rium (wapentuighuis)onder sept, severus en m.
aürelius antoninüs, vermeldt2) en van een' steen door
twee vendeldragers van het XXX5lc legioen geplaatst
en te Birten opgegraven welke van het jaar 210
na Christus is en zich thans in het Museum van
Oudheden te Leydeu bevindt 3). De fraaije be
werking van het beeldwerk strookt met dien tijd
ook wel. Bij de betreurenswaardige verminkingen
die dit beeldje ondergaan heeft, is nog deze te
voegendat het in het midden in twee deelen ge
broken is.
De afbeelding bij vredius (en smallegange) t. a.
pi. p. L lig. 5 vertoont hetzelve voorzien van een
hoofd met vreemd kapsel. Men heeft daarbij echter
in het oog te houden, dat dit hoofd niet naar het
oorspronkelijke genomen, maar door den graveur dier
afbeeldingen er bijgemaakt is naar een der reliëfbeel-
den van n eu alen via van de overige gedenksteenen,
ïnscc. p. DXXIII. 3.
2) Afgebeeld bij j. gronovius in Alloclit. ad WassenariosLugd.
Bat. 1703. 4°. vergel. in de betottw Opschriften op steenen op
het slot DuivenvoordeNymegen 1817 De steen bevindt zich nog
op bet kasteel Duivenvoorde bij 's Rageen een afgietsel daarvan in
het Museum van Oudheden.
5) Zie mijne Inscc. Grr. cl Lalt. Mus. L. B. Tab. X. 3. p. 79.
2