27
gevonden, overblijfsel, zijnde het voetstuk van een
aarden lampje te Voorburg opgegraven, waarop de
stempel ammivs ingedrukt is Het is niet on
mogelijk, dat deze fabrikant dezelfde zij, als de
oprigter van dezen gedenksteen.
14.
(PI. VI. n. 14 ab.)
Benedengedeelte van een' outaartempel. Daar
zich op het regterzijstuk (14 b.) het onderste gedeelte
van een horen des overvloeds bevindt (door vroe
gere uitgevers niet vermeld), kan men besluiten,
dat boven een aanmerkelijk gedeelte aan den steen
ontbreekt; en daar zulk een aanmerkelijk gedeelte
ook op de voorzijde niet onbewerkt kan geweest
zijn, en op die zijde evenwel geen opschrift kan
gestaan hebben, omdat daarvoor, in vergelijking met
het aanwezige schrift, zich te veel wit boven den
eersten regel bevindt, is het zeer waarschijnlijk, dat
het bovenste gedeelte van den steen een' tempeltje
geweest zijwaarin zich hercules magusanus van
wien het opschrift de toewijding bevat, bevonden
heeftop dezelfde wijze als jupiter en nuptunus n.
10, 11 en 12. Het opschrift luidt:
li E r c v L i
MAG VSAftO
Marcus PRIMINIS
TERTIVS
votum solvit l ubens m er ito.
l) Zie mijne I/iscc. Grr. et Latt. MusL. B. T. XXIX. 5.