'29
iscn uit welke letter ik zou besluitendat de
steenbouwer eerst eene v had willen beitelen doch
onder die bezigheid zijne fout inziende er eene jt van
maakteen zoodoende de vdie er op die i vol
gen moestverzuimde, omdat hij aan zijne zoo even
bij die letter gemaakte fout dacht. Desteen, niet
te Domburgmaar op het strand te IVestkappel
in het jaar 1514, gevonden, is sedert in een'pilaar
der kerk aldaar ingemetseld geweest, tot hij, na de
al branding dier kerk, naar het Museum van het Zeeuw-
sche genootschap te Middelburg werd overgebragt.
Behalve dezen zijn er nog slechts twee gedenk-
steenen bekendwelker opschriften eene toewijding
aan denzelfden hercules bevatten, en die dus bij
de opheldering van dezen steen mede in aanmerking
komen. Beide zijn ook in ons vaderland gevonden;
de eene, ergens in de Betuwe; de andere te Ruimel,
in Noord-Braband. Het opschrift van den Betuw-
schendie in de 18lIe eeuw nog te Brussel was,
luiddevolgens het eenparig getuigenis van schrij
vers die hetzelve vermeld hebben
HERCVLI
MACVSANOET
HAKTAK V L P I MS
LYriO ET V L PI
A AMMAVA
PRO NATIS
v oturn solverunt hubentes m erito 1).
Keysler geeft, Antiq. Sept. p. 201, eene afbeelding van dezen
steen en het berigt, dat hij hem in 1731 in den ingang van de Biblio
theek van het Jesuiten Collegie te Brussel gezien had. ii. Cannegieter
(7c Brittenburgo p. 147, vermeldt hem ook als toen nog te Brussel